stikstof: alweer
Vroeger was er wel eens een crisis. Maar die ging voorbij en dan kwam er weer een volgende. Maar nu hebben we een indrukwekkende stapel crisissen. Economische crisis, sociale crisis, klimaatcrisis, oorlogscrisis, energiecrisis, coronacrisis, inflatiecrisis, gascrisis: het is een greep. En dus ook nog de stikstofcrisis. Daar hebben wij met ons bedrijf ernstig mee te maken, want daardoor is de bouwsector bijna stilgelegd. Hoe dan met het woningtekort en het plan van een miljoen nieuwbouw? Momenteel is de oplossing van het stikstofprobleem nog niet in zicht. Wel de bezwaren tegen plannen om tot een oplossing te komen. De boerenprotesten laten aan duidelijkheid niet te wensen over. Als je de tegenargumenten goed nader bekijkt zie je dat het uiteindelijk vooral om geld gaat. Er zijn kosten (hoge) en baten. Een onderneming is levensvatbaar als de baten minus de kosten positief is. Van de economielessen van vroeger herinner ik mij dat er twee belangrijke factoren zijn om het resultaat te beoordelen. Private baten voor de ondernemer, dat zijn de opbrengsten van de productie (vlees en zuivel in de agrarische industrie) minus de kosten om de productie te kunnen maken. Maar de tweede factor zijn de maatschappelijke of publieke baten en kosten. Voor de agrarische ondernemer zijn de baten het mooie boerenlandschap, waar we allen van kunnen genieten. De kosten zijn de CO2 en de stikstofuitstoot. Die moeten ook worden beprijsd. En dan valt het resultaat zwaar negatief uit. De totale waarde van de onderneming (publiek en privaat) is zeer negatief. In feite is de onderneming failliet. Dat geldt overigens ook voor de blikvangers Tata Steel en Schiphol. Hoe blijven deze ondernemingen dan toch overeind? Heel eenvoudig: de overheid spendeert miljarden belastinggeld om ofwel het voortbestaan te garanderen dan wel de ondernemingen uit te kopen. Volgens ons moet dat niet zo. Zet ook de publieke prijs op de balans van de ondernemingen en praat dan verder. Wie failliet is, doet zijn bedrijf van de hand, crediteuren en banken verliezen hun geld en de ondernemer kan wellicht in afgeslankt, maar bedrijfsmatig gezond bedrijf verder. Dat gaat dan niet ten koste van de belastingbetaler. Ofwel, om met Frank Kalshoven van de Volkskrant (25 juni) te spreken: ondernemingsrisico hoort te liggen bij de ondernemer en niet bij de belastingbetaler.