Duurzame politiek

April begon wel goed dit jaar: een zeldzaam vuurwerk in de politiek. Dat speelde in de net nieuw geïnstalleerde Tweede Kamer, waarbij het verhit debat helemaal niet ging om corona, energietransitie, klimaat en woningbouw. Terwijl dat toch echt de grote uitdagingen zijn, niet alleen voor Nederland, maar voor heel Europa, eigenlijk voor de hele wereld. Wij hopen dat het gekissebis over personen, aantekeningen en functies elders snel naar wat zijkamertjes wordt verdreven. De toekomst staat voor de deur en – hoewel niet maakbaar – zullen we heel veel energie (en geld) moeten steken in projecten die de toekomst een wat beter aanzien moeten geven. De welvaart hoeft niet omhoog, maar het welzijn wel graag. Dus: meer natuur, meer diversiteit in stad en land, meer betaalbare woningen, meer balans tussen cultuurland en natuurland, minder mobiliteit, minder verkwisting, minder uitstoot van CO2 en stikstofverbindingen, minder gebruik van fossiele brandstoffen; kortom meer duurzaamheid. Een serieus verlanglijstje voor een serieuze regering. Ook de lokale overheid heeft een belangrijke rol in de verwezenlijking hiervan. En de particulier, wijzelf dus, zal ook aan de bak moeten. Nadenken over wat we doen, kopen, eten en weggooien. 

Het zijn goede voornemens, die niet alleen de eerste week van een nieuw jaar bepalen. Als corona voorbij is kunnen we met nieuwe energie aan de slag. “Doorpakken nu!”